Massenhoven gemeentebord

Massenhoven

Massenhoven wordt voor het eerst vermeld in 1144. Tot 1644 was de Heerlijkheid Massenhoven eigendom van Filips IV, die haar toen doorverkocht aan Adriaan Brouwers.

Massenhoven heeft in talrijke oorlogen een trieste hoofdrol gespeeld. Zo werd het dorp tijdens de Tachtigjarige Oorlog in 1585 totaal verwoest en uitgemoord, op zes inwoners na. Tijdens de Boerenkrijg (1798) verzamelden de verzetsstrijders uit de buurt zich in Massenhoven. Gedurende de Tweede Wereldoorlog werd er veel schade aangericht: op 12 mei 1940 maakte het Belgisch leger zelf de dorpskern onbruikbaar voor de vijand. De kerktoren werd gedynamiteerd en de pastorij, het klooster, de school en 38 huizen gingen in de vlammen op.

Ken je de bijnaam van de Massenhovenaren?

Men zegt dat op het einde van september de vliegen verdwijnen. Vroeger zei men in de omliggende dorpen “de vliegen zijn vet, ze zijn naar Massenhoven kermis”. Dit zei men omdat de kermis in Massenhoven valt op de eerste zondag van oktober. Dan werden er dikwijls krenten in het kermisbrood gebakken en spotten de mensen: “in Massenhoven waar ze de vliegen stoven”. Zo zijn er talrijke dorpen waar ze met de kermis “vliegen” in brood bakken. Dit zegt men omdat de kermis later in het najaar wordt georganiseerd.

Pulderbos gemeentebord

Pulderbos

Pulderbos verschijnt in de bronnen voor het eerst in 1273. Het ontstaan van de gemeente Pulderbos hangt samen met de gemeente Pulle. Vermoedelijk ontwikkelde Pulderbos zich rond een Mariakapel in het bos van de parochie Pulle. De aangroei van de bevolking rechtvaardigde de afscheiding, die omstreeks 1200 plaatsvond.

Pulderbos was van oudsher een leengoed of heerlijkheid: eigendom van verschillende heren. Het was en is nog steeds een landbouwgemeente. Men vindt er dan ook nog de typische langgevelige Kempense hoeve terug.

Pulle gemeentebord

Pulle

Bodemvondsten tonen aan dat Pulle al in de Romeinse Tijd bewoond was. De eerste vermelding van deze plaats dateert echter pas van het begin van de 13de eeuw. De naam is afgeleid van pul of puldre wat moeras betekent. Ook Pulle was in de loop der tijden eigendom van verschillende heren. Zo behoorde het aanvankelijk aan de heren van Breda en vervolgens aan het geslacht van Boutershem. Nadien geraakte de heerlijkheid in handen van de hertogen van Brabant tot zij in 1559 verpand werd aan Gaspar Schetz. Zijn nazaten verwierven de volle eigendom van Pulle in 1644. In de 17de eeuw behoorde Pulle aan de markies van Asse uit het geslacht van Cotereau.

De parochiekerk, toegewijd aan St.-Pieter en St.-Paulus wordt reeds in 1255 vermeld. De Mariaklok dateert uit 1309 en luid nog bij grote gelegenheden. Vele klokken uit die tijd zijn verloren gegaan door bombardementen en het smelten van de klokken tijdens oorlogen. De Mariaklok van Pulle is de op twee na oudste nog luidende klok van Europa.

Viersel gemeentebord

Viersel

Viersel is één van de vroegste Frankische nederzettingen in de Zuiderkempen. Men vond er tal van bronzen en stenen wapens en werktuigen van de voorhistorische mens. Over het grondgebied van het huidige Viersel liep tijdens de middeleeuwen – en vermoedelijk zelfs sinds de Romeinse tijd – de zogenaamde Keulsebaan, ook genaamd Herentalsebaan, de slagader van het toenmalige handelsverkeer met Duitsland. De naam Viersel zou van Voorschoten komen, naar een gehucht op het grondgebied van het huidige Viersel. Toen Voorschoten op het einde van de 16de eeuw verwoest werd, verdrong de naam Viersel deze van Voorschoten. In 1644 werd Voorschoten samen met Massenhoven en Halle door Filips IV verkocht aan Adriaan Brouwers. Later kwam de heerlijkheid in het bezit van Alexander van Zinnick en van de familie de Villegas.

De heerlijkheid Hovorst in het gehucht Vierseldijk behoorde tot 1684 tot Zandhoven. In het begin van de 15de eeuw kwam ze door verkoop vanwege Florens van Bygaerden in het bezit van Nikolaas van de Werve die er het kasteel van Hovorst liet bouwen. De familie van de Werve behield de heerlijkheid tot het midden van de 17de eeuw. Langs vrouwelijke linie ging Hovorst toen over aan de familie de Villegas.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de kerk van Viersel zwaar beschadigd.

Zandhoven gemeentebord

Zandhoven

Zandhoven zou in de vierde of vijfde eeuw door de Franken gesticht zijn. Vandaar wellicht de typische driehoekige dorpspleinen. De eerste vermelding dateert echter van 1183. Sinds 1329 is er in Zandhoven een hoofdbank van leenmannen van de hertog van Brabant, een restant van de gouwrechtbanken uit de Karolingische tijd. Op 13 augustus 1795 werd de hoofdbank van Zandhoven opgeheven door het Franse bewind en vervangen door een vredegerecht.

Net als Massenhoven had ook Zandhoven veel te lijden onder de Tachtigjarige Oorlog. In 1587 was het merendeel van de bewoners uitgemoord of gevlucht. Tijdens de Spaanse Succesieoorlog (1703) kampeerde een vleugel van het Franse leger in Zandhoven waardoor de plaats veel schade leed. In 1798 was Zandhoven tijdens de Boerenkrijg een haard van verzet.

Ken je de bijnaam van de Zandhovenaren?

De bijnaam van de Zandhovenaars was vroeger “de doppenrapers”. Er was tijdens en na de Tweede Wereldoorlog een groot gebrek aan brandhout. Uit noodzaak moesten de Zandhovenaren daarom dennenappels rapen.

De mastendop is vandaag nog steeds terug te vinden in het straatbeeld in Zandhoven. Denk maar aan de fontein en de uit hout vervaardigde richtingaanwijzer op het dorpsplein, de waterpomp aan het vredegerecht, het hekwerk aan het vredegerecht….